Vertaal
Vertalingen den Hals umdrehen DE>NL
den Hals umdrehen (ww.) afbreken (ww.) ; slopen (ww.) ; vernielen (ww.) ; vernietigen (ww.) ; verwoesten (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `den Hals umdrehen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abbrechen
DE: abtragen
DE: abwracken
DE: ausschalten
DE: erledigen
DE: fertigmachen
DE: kaputtmachen
DE: liquidieren
DE: ruinieren
DE: umstoßen